Vraag: Vereist een voldoende uitgeruste weg de aanleg van riolering?
Antwoord: Neen, volgens de decretale definitie in artikel 4.3.5 § 2 lid 1 VCRO vereist een voldoende uitgeruste weg in principe minimaal de verharding van duurzame materialen en de voorziening van een elektriciteitsnet. Het kan evenwel als uitrustingsvoorwaarde gesteld worden in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden binnen de voorzieningen en het ruimtelijk beleid van de gemeente (artikel 4.3.5 § 2 lid 2 VCRO).
De voorwaarde van de ligging aan een voldoende uitgeruste weg, zoals bijvoorbeeld vereist bij een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met een bepaalde hoofdfunctie (artikel 4.3.5 § 1 VCRO) of bij het recht op planschade (artikel 2.6.1 § 3 lid 1 VCRO), wordt verduidelijkt in artikel 4.3.5 § 2 lid 1 VCRO. Volgens dat artikel vereist een voldoende uitgeruste weg in principe minimaal de verharding van duurzame materialen en de voorziening van een elektriciteitsnet.
In bepaalde gevallen, en onder bepaalde voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, kan zelfs van deze minimale uitrusting worden afgeweken. Het Besluit inzake de minimale weguitrusting legt deze afwijkingen vast.
Voorts moet een voldoende uitgeruste weg ook aan de uitrustingsvoorwaarden voldoen die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, waaronder de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente (artikel 4.3.5 § 2 lid 2 VCRO). De aanleg van een riolering kan met andere woorden evenwel als uitrustingsvoorwaarde gesteld worden, maar is geen decretale vereiste (zie in dit verband ook Vr. en Antw. Comm. 2007-08, 14 februari 2008 (Vr. nr. 609 J. Schauvliege)).
Wilt u direct antwoord op uw vragen?
Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 48u een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.
Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!