Deze week is dat de volgende vraag:
Valt een bijstelling van een verkavelingsvergunning onder een nieuwe vervaltermijn?
Antwoord: nee, een bijstelling van een verkavelingsvergunning kan normaal gezien niet autonoom vervallen
Volgens het Departement Omgeving volgt een bijstelling de originele vervaltermijn van de verkavelingsvergunning (FAQ verkavelingsplicht, p. 7). De oude regeling en het huidige OVD voorzien ook niet in een aparte regeling bij bijstellingen.
Er zijn dan 2 opties:
- de bijstelling vervalt samen met de originele verkavelingsvergunning
- de bijstelling vervalt niet meer als de originele verkavelingsvergunning ook niet meer kan vervallen
Toonaangevende literatuur wijst op een alternatieve interpretatie.
Volgens deze visie kun je de vervalregeling autonoom toepassen op de nieuw ontworpen kavels:
- bij een bijstelling die zorgt voor een vermeerdering van kavels
- vanuit de finaliteit van het verval van de verkavelingsvergunning (vooral het voorkomen van financiële speculatie – St. Senaat 1968 – 1969, nr. 559, 5 – 8)
Deze literatuur ziet de nieuw gecreëerde kavels in dat geval als een volgende verkavelingsfase. Daarvan bestaat wel een vervalregeling (oud artikel 4.6.4 §4 VCRO; vandaag artikel 102 §3 OVD).
Onze redactie kent hierover nog geen precedenten in de rechtspraak.
Wist je dat?
Naast de meest actuele informatie, krijgt u met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht ook toegang tot onze helpdesk. Daarmee bezorgen onze experten u binnen de 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord op al uw omgevingsrechtelijke vragen.
Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!