Deze week is dat de volgende vraag:
Vraag: kan een stedenbouwkundige handeling in strijd met een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan vrijgesteld zijn van vergunningsplicht?
Antwoord: Ja, een vrijgestelde stedenbouwkundige handeling wordt niet strijdig beschouwd met een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
De vergunningsplicht voor stedenbouwkundige handelingen vertrekt van artikel 4.2.1 VCRO. Een vrijstelling van deze vergunningsplicht kan wanneer voldaan aan alle toepassingsvoorwaarden van het Vrijstellingsbesluit.
Zo moet de handeling bijvoorbeeld in overeenstemming zijn met de voorschriften van een (artikel 1.4 Vrijstellingsbesluit):
- BPA
- gemeentelijk RUP
- minder dan 15 jaar oude verkaveling
Is de stedenbouwkundige handeling in strijd met een van deze voorschriften, dan blijft de vergunningsplicht overeind. Al kan de gemeenteraad in een stedenbouwkundige verordening wel een lijst vaststellen met (delen van) deze plannen en verkavelingen waarbij de vrijstellingen primeren boven de strengere voorschriften (artikel 4.4.1 §3 lid 2 VCRO).
Dit betekent ook dat de vrijgestelde handelingen niet strijdig worden beschouwd met de voorschriften van (artikel 4.4.1 §3 lid 1 VCRO):
- het gewestplan
- een APA
- een gewestelijke en provinciale RUP
- een meer dan 15 jaar oude verkaveling
Let wel: dit geldt alleen wanneer de op het perceel aanwezige gebouwen of constructies hoofdzakelijk vergund zijn.
Meer weten?
Alles over de vrijgestelde handelingen lezen onze klanten in de thematische verdieping Vrijgestelde handelingen.
Naast de meest actuele informatie, krijgt u met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht ook toegang tot onze helpdesk. Daarmee bezorgen onze experten u binnen de 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord op al uw omgevingsrechtelijke vragen.
Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!