Deze week is dat de volgende vraag:
Kan de aanvrager alleen een vergunningsvoorwaarde aanvechten bij een hogere overheid?
Ja, maar dit kan alleen wanneer de voorwaarde afsplitsbaar is.
Voorwaarden opgelegd in een omgevingsvergunning zijn normaal gezien een inherent en ondeelbaar onderdeel van de omgevingsvergunning.
De uitzondering hierop vormt de splitsbaarheid van voorwaarden bij de omgevingsvergunning. De splitsbaarheid van de voorwaarden geldt alleen met volgende vereisten:
- het gaat over een voorwaarde afgezonderd van de omgevingsvergunning
- de bevoegde overheid nam ook zonder de voorwaarde dezelfde beslissing over de vergunning
Dit volgt ook uit de rechtspraak, bijvoorbeeld:
- RvVb 27 september 2016, nr. A-1617-0102
- RvVb 5 december 2017, nr. A-1718-0296
- RvVb 16 juni 2020, nr. A-1920-0941
Een voorwaarde strijdig met de goede ruimtelijke ordening die voldoet aan bovenstaande vereisten kan men afzonderlijk van de vergunning zien. De onregelmatigheid van deze voorwaarde leidt dan tot de vernietiging van die voorwaarde. Er is dan geen sprake van een vernietiging van de hele vergunning (vb. RvVb 6 februari 2018, nr. A/1718/0525).
Wist je dat?
Naast de meest actuele informatie, krijg je met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht ook toegang tot onze helpdesk. Daarmee bezorgen onze experten jou binnen de 2 werkdagen een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord op al je omgevingsrechtelijke vragen.
Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!