Deze week is dat de volgende vraag:
Kan een RUP volgens de Dienstenrichtlijn de vestiging van kantoren of handelszaken verbieden?
Antwoord: Ja, maar slechts onder 3 voorwaarden. Het verbod moet niet discriminerend, noodzakelijk en evenredig zijn (artikel 15 lid 3 Dienstenrichtlijn).
Het Europese Hof van Justitie heeft bevestigd dat een bestemmingsplan in haar voorschriften beperkingen kan stellen aan handelszaken. Het zijn volgens het Hof diensten in de zin van de Dienstenrichlijn. Het verbod mag enkel in zoverre daarvoor een dwingende reden van algemeen belang bestaat. Dat is bijvoorbeeld wanneer het plan de leefbaarheid van het stadscentrum wil behouden of leegstand in binnenstedelijk gebied te voorkomen (HvJ 30 januari 2018, nrs. C-360/15 en C-31/16).
De Raad voor Vergunningsbetwistingen volgde later deze rechtspraak. De Raad oordeelde dat een beperking van kleinhandel mogelijk is, maar dat in het RUP (afdoende) gemotiveerd moet worden dat is voldaan aan de voorwaarden van de Dienstenrichtlijn (RvVb 2 juli 2019, nr. RvVb-A-1819-1167).
Het blijft uiteraard steeds mogelijk voor een plannende overheid om in de voorschriften een verbod op te nemen voor de vestiging van kantoren of handelszaken. Dit kan op voorwaarde dat het verbod niet discriminerend, noodzakelijk en evenredig is (artikel 15 lid 3 Dienstenrichtlijn):
- discriminatieverbod: de eisen maken geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel;
- noodzakelijkheid: de eisen zijn gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
- evenredigheid: de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken; zij gaan niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt.
Wilt u direct antwoord op uw vragen?
Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 48u een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.
Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!