Mag een bestuur een laattijdig verstuurd advies steeds negeren?
Antwoord:
Nee, tenminste niet altijd. Afhankelijk van de omstandigheden kan het advies nog steeds relevante gegevens bevatten waarmee het bestuur rekening moet houden.
Het zorgvuldigheidsbeginsel verplicht het bestuur onder meer om zorgvuldig te werk te gaan bij de voorbereiding van de bestreden beslissing. Het bestuur moet zorgen dat de feitelijke en juridische aspecten van het dossier deugdelijk onderzocht worden, zodat hij met kennis van zaken kan beslissen. (zie o.m. RvVb 23 augustus 2016, nr. A/1516/1456, RvVb 8 juli 2021, nr. A/2021/1189)
Het bestuur moet daarbij rekening houden met alle relevante gegevens (zie o.m. RvVb. 17 juni 2021, nr. A/2021/1104 en RvVb 4 juli 2017, nr. A/1617/1025).
Wanneer er in het dossier sprake is van contra-indicaties moet het bestuur zijn beslissing des te zorgvuldiger onderzoeken en motiveren. Contra-indicaties kunnen o.a. adviezen zijn. Voor zover het om een relevant gegeven gaat moet het bestuur hier bijzondere aandacht voor hebben in zijn beslissing.
Wanneer een vergunningverlenende overheid werkelijk kennis krijgt van een laattijdig, maar weliswaar ongunstig advies, kan zij de inhoud van het (ongunstig) advies niet zomaar negeren. Ze zal namelijk (extra) moeten motiveren wanneer ze wil afwijken van de inhoud en kennis die voortvloeit uit het laattijdig ongunstig advies (lees: en niet zozeer het laattijdig ongunstig advies op zichzelf).
Zo oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb 14 januari 2021, nr. A/2021/0508) dat strikt gezien er kan worden voorbijgegaan aan het laattijdig ongunstig advies. Maar oordeelde de Raad dat dit niet in alle gevallen (afhankelijk van het dossier en de inhoud van het advies) kan getuigen van behoorlijk bestuur.
Wilt u direct antwoord op uw vragen?
Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u binnen 48u een juridisch onderbouwd, praktisch antwoord.
Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!