Met de wijzigingen van het Vrijstellingsbesluit kreeg de vrijstelling voor gebruikelijke constructies een update. Sinds 24 augustus 2024 trad deze wijziging in werking. Zo verving de Vlaamse Regering de term gebruikelijke constructie door het generieke begrip gebruikelijke technische constructie. Ook koos ze ervoor om de opsomming in het artikel zelf weg te laten. Welke gevolgen hebben deze wijzigingen voor de vrijstelling van gebruikelijke constructies in de praktijk?

Vergunningsplicht

Het bouwen of verbouwen van een constructie vormt in principe een vergunningsplichtige stedenbouwkundige handeling (artikel 4.2.1, 1° VCRO). Dit zorgde in het verleden voor een vergunningsplicht voor een groot aantal werken aan of op een woning.

De Vlaamse Regering vond echter door het beperkt en gangbaar karakter van een aantal constructies een opportuniteitsoordeel van de overheid niet nodig (Verslag vrijstellingsbesluit 2010, p. 57502). Daarom introduceerde ze een aantal vrijstellingen in het Vrijstellingsbesluit van 2010 voor bepaalde werken zij-, achtergevels en daken. Door de zichtbaarheid van werken bij of op de voorgevel of in de voortuin vanaf de openbare weg, blijven deze nog steeds vergunningsplichtig.

In 2016 paste de Vlaamse Regering het Vrijstellingsbesluit verder aan. Dit omdat in de praktijk de vraag kwam hoe ver deze vrijstellingen eigenlijk gingen. Daarom voegde ze een aparte vrijstelling toe voor gebruikelijke constructies. Ook koos ze ervoor om een aantal voorbeelden in de vrijstelling op te sommen (Verslag wijzigingsbesluit 15 juli 2016, p.2). Tot 24 augustus 2024 bleef dit de formulering van deze vrijstelling.

Oorspronkelijke vrijstelling

Voor de wijziging van 2024 gold dus een vrijstelling voor gebruikelijke constructies aan of op een woning. Deze moesten voldoen aan de algemene toepassingsvoorwaarden en bijzondere voorwaarden. De vorige versie van artikel 2.1, 14° Vrijstellingsbesluit somde een aantal voorbeelden op:

  • ventilatiebuizen
  • airco’s
  • schoorsteenpijpen
  • schoorstenen
  • dakgoten
  • hemelwaterafvoerbuizen

Deze mochten niet meer dan 3 meter boven de nok van de woning uitsteken.

Deze opsomming had geen limitatief karakter. Ook andere constructies konden dus onder het begrip gebruikelijke constructie vallen. Daarbij mocht men weliswaar niet uit het oog verliezen dat het Vrijstellingsbesluit ook hierbij een strikte interpretatie vereist. De vrijstelling zelf beperkte zich daarnaast niet tot zij- en achtergevels. Ze kon dus in principe ook gelden voor gebruikelijke constructies aan de voorgevel.

Nieuwe vrijstelling

Wat verandert er?

De nieuwe formulering van deze vrijstelling vervangt het begrip gebruikelijke constructies door het begrip gebruikelijke technische constructies. Dit vormt een generiek, algemeen of ruim begrip. De voormelde opsomming haalt de Vlaamse Regering volledig uit het artikel weg (zie nieuw artikel 2.1, 14° Vrijstellingsbesluit).

In het verslag aan de Vlaamse Regering staan wel nog een aantal voorbeelden. Het kan gaan om dakgoten, regenpijpen, schouwen, ventilatiebuizen, rolluiken, zonnewering of zelfs geveltuinen. Verder benadrukt het verslag dat men deze vrijstelling steeds in het licht van de tijdsgeest moet lezen. Ook stelt het verslag dat het niet gaat over een limitatief begrip (Verslag Wijzigingsbesluit 2024, p. 6).

Verder stelt het verslag dat het hierbij gaat over beperkte constructies. Door hun gebruikelijk karakter zorgen deze constructies ook niet voor een grote hinder voor omwonenden. Het gaat bij deze wijziging niet om een uitbreiding of aanpassing van de bestaande vrijstelling. Deze wijziging herformuleert alleen de vrijstelling (Verslag Wijzigingsbesluit 2024, p. 6).

Wat blijft hetzelfde?

Een aantal zaken blijven voor deze vrijstelling hetzelfde. Zo zorgt deze herformulering nog steeds niet voor een verschil tussen zij-, achtergevels en voorgevels. Ze kan dus normaal gezien ook nog gelden voor constructies aan de voorgevel. De voorwaarde dat ze niet meer dan 3 meter boven de nok van de woning mogen uitsteken, blijft ook bestaan. Overigens gelden nog steeds de algemene toepassingsvoorwaarden en bijzondere voorwaarden. Die algemene toepassingsvoorwaarden gelden immers voor alle vrijgestelde handelingen uit het Vrijstellingsbesluit.

De herformulering van de vrijstelling voor gebruikelijke technische constructies geeft een duidelijk kader. De verdere invulling daarvan zal de praktijk nog moeten uitwijzen.

Gebruikelijke technische constructie

Het zou het volgens de Vlaamse Regering dus alleen gaan over een herformulering van de oorspronkelijke vrijstelling. Toch springen er een aantal zaken in het oog. Bijvoorbeeld de opvallende verwijdering van de opsomming uit het artikel zelf (zie hierboven). Verder ook de stelling van de Vlaamse Regering dat het gaat over een evolutieve vrijstelling.

Dit alles toont aan dat de strikte interpretatie van het Vrijstellingsbesluit bij gebruikelijke technische constructies minder een rol lijkt te spelen. Wat wel nog steeds speelt, is het beperkt karakter van gebruikelijke constructies. De Vlaamse Regering lijkt daarvoor 1 criterium naar voor te schuiven. Het gaat dan over de vraag of de constructies hinder veroorzaken voor omwonenden.

De voorbeelden die het Verslag opsomt lijken ook een aantal discussies uit de praktijk op te helderen. Waar dit vroeger nog voor discussie vatbaar kon zijn, vallen rolluiken en geveltuinen nu bijvoorbeeld onder deze vrijstelling.

Voor rolluiken kan trouwens ook de vrijstelling voor handelingen zonder stabiliteitswerken en zonder wijziging fysiek bouwvolume gelden (artikel 2.1, 2° Vrijstellingsbesluit). Het Verslag aan de Vlaamse Regering bij het oorspronkelijke vrijstellingsbesluit noemt voorzetrolluiken namelijk als voorbeeld onder deze vrijstelling. Vroeger kon men voorzetrolluiken dus al aan zij-, achtergevels en daken plaatsen zonder vergunning. Bovenstaande vrijstelling geldt weliswaar niet bij voorgevels. Al geldt deze vrijstelling weliswaar niet bij voorgevels, in tegenstelling tot de vrijstelling over gebruikelijke technische constructies.

Mijns inziens kunnen we de vrijstelling voor gebruikelijke technische constructies doortrekken naar voorzetrolluiken. Ook dit soort rolluiken lijken onder het begrip gebruikelijke technische constructies te kunnen vallen. Het klopt dat het Verslag niet specifiek verwijst naar voorzetrolluiken. Echter, door de beperkte aard en de afwezigheid van hinder voor omwonenden lijkt dit mogelijk. Ook lijken dergelijke rolluiken in de gemiddelde Vlaamse straat wel meer dan eens voor te komen. Dat lijkt het gebruikelijk karakter toch minstens te illustreren.

Het verslag verwijst nu bijvoorbeeld ook naar geveltuinen. Dit lijkt te kaderen in de regel dat je de vrijstelling in de tijdsgeest moet lezen. Een geveltuin zal immers vandaag al gebruikelijker dan vroeger. Het gaat over een constructie beperkt in omvang. Deze laat toe dat groen zich langs de gevel naar boven werkt. Wanneer hiervoor een vergunningsplicht zou gelden, zal deze vrijstelling dus kunnen gelden.

Conclusie

De herformulering van de vrijstelling voor gebruikelijke technische constructies zorgt voor een duidelijk kader. Op die manier geldt de vrijstelling voor beperkte constructies aan of op een woning. Met de herbevestiging van het niet-limitatief karakter en het benadrukken van het belang van de lezing van deze vrijstelling in de tijdsgeest lijkt de Vlaamse Regering mogelijke discussies uit het verleden terzijde te willen schuiven.

Toch blijft het gaan over een herformulering. Er is dus in principe geen sprake van een uitbreiding. De praktijk zal verder moeten uitwijzen hoe deze vrijstelling na de herformulering een invulling krijgt.

 

Meer info

Meer weten?

Vraag eenvoudig een proefabonnement op de databank Schulinck Omgevingsrecht aan. Krijg toegang tot een compleet pakket aan wetten en jurisprudentie op het gebied van Omgevingsrecht. Raadpleeg ook eenvoudig de juridische helpdesk. Binnen 2 werkdagen krijgt u een antwoord op uw vraag.