Stedenbouwkundige handelingen zoals het bouwen of verbouwen van een woning zijn in principe vergunningsplichtig. Maar in een flink aantal gevallen is de handeling vrijgesteld van vergunning of meldingsplichtig. En dat met bijhorende wijzigingen, zoals recent voor het Vrijstellingsbesluit. Maar er is een grotere omslag op til. Het kersverse Verzameldecreet bevat de blauwdruk voor een nieuw systeem van vrijstelling en meldingsplichten. Inwerkingtreding is volledig afhankelijk van nieuwe uitvoeringsbesluiten. Wat brengt deze stijlbreuk met zich mee?

Waarom moet het anders?

Het uitgangspunt is de vergunningsplicht voor stedenbouwkundige handelingen (artikel 4.2.1 VCRO). Als uitzondering geldt de meldingsplicht voor eenvoudige gangbare handelingen waarbij maar minimale beoordeling nodig is (artikel 4.2.2 §1 VCRO en Meldingsbesluit). Een tweede uitzondering zijn de tijdelijke een occasionele handelingen of handelingen die door hun ruimtelijke impact geen beoordeling nodig hebben. Die handelingen zijn vrijgesteld (artikel 4.2.3 VCRO en Vrijstellingsbesluit).

In beginsel zouden dus die 3 (sets van) regels volstaan om te besluiten of je een vergunning nodig hebt voor pakweg een tuinhuis. Toch maken 2 bijkomende factoren dit systeem ingewikkelder.

Ten eerste kunnen steden en gemeenten vandaag met een stedenbouwkundige verordening zelf het systeem kneden. Zo kunnen ze (artikel 4.2.5 VCRO):

  • voor meldingsplichtige handelingen een vergunningsplicht invoeren
  • voor vrijgestelde handelingen een meldingsplicht invoeren

Ten tweede kan lokale regelgeving het Vrijstellingsbesluit of Meldingsbesluit nog buiten spel zetten. Beide besluiten vinden namelijk geen toepassing als de handeling strijdig is met (lokale) stedenbouwkundige voorschriften (resp. Artikel 1.3 en 1.4 Vrijstellingsbesluit en artikel 6 Meldingsbesluit).

Veel lokale besturen voorzien natuurlijk in tal van stedenbouwkundige voorschriften in hun verordeningen en RUPS. Denk bijvoorbeeld aan een harmonieregel of een verbod op bijgebouwen. Als de handeling in kwestie daarmee strijdig is, kan ze dus nooit vrijgesteld of meldingsplichtig zijn.

Dat maakt dat de decreetgever vandaag een potentiële wirwar ziet van verschillende regels in iedere gemeente van Vlaanderen. Hij merkt daarbij op dat bij meldingen die effectief ter beoordeling komen van de overheid, de helft niet rechtsgeldig blijkt (Eindrapport Evaluatie Omgevingsvergunningsdecreet). Precies daarom wil de decreetgever het systeem vereenvoudigen en uniformiseren (Mvt. Verzameldecreet 2024, Parl.St. Vl. Parl., 2023-24, nr. 2182/1, 48).

Vrijstelling en melding 2.0

En dus doet het vernieuwde systeem zijn intrede met het Verzameldecreet. Daarmee wil de decreetgever de meldingsprocedure heroriënteren naar tijdelijke handelingen. Dat betekent minstens een verschuiving van tijdelijke handelingen uit het Vrijstellingsbesluit naar een nieuw meldingsbesluit. Maar het is niet uitgesloten dat ook andere tijdelijke handelingen hun intrek zullen nemen in de meldingsprocedure.

De decreetgever vat zijn plannen samen in volgend schema (Parl. St. Vl. Parl. 2023-24, nr. 2182/1, 49):

Geringe omvang en impact Grote omvang of impact
 Occasioneel Vrijstelling Vrijstelling mits geen
onomkeerbare gevolgen
 Tijdelijk Melding Vergunning of melding
 Parmanent Vrijstelling Vergunning

 

Opvallend daarbij is dat alle meldingsplichtige handelingen geacht zullen worden niet af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften, tenzij deze voorschriften de handelingen uitdrukkelijk verbieden (nieuw artikel 4.4.1 §2, 2°/1 VCRO).

Daarnaast wil de decreetgever in een breuk met het heden afstappen van de lokale vergunningsplichten, die we eerder hebben vermeld (artikel 4.2.5 VCRO). Inspiratie voor deze vernieuwing zoekt de decreetgever in de huidige regeling inzake toelatingsplichten inzake onroerend erfgoed.

alles over de toelatingsplichten bij onroerenderfgoedgemeenten lees je in onze kennisbank

In de toekomst zal een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening enkel de vergunningsplicht kunnen invoeren voor vrijgestelde én niet-vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen. Met dien verstande dat die handeling wel moet staan op een lijst vastgesteld door de Vlaamse Regering.

Verzameldecreet en toekomstmuziek

Het is uitkijken naar hoe de Regering het nieuwe systeem zal vormgeven. De echte uittekening van het systeem komt namelijk door een nieuw Vrijstellings- en Meldingsbesluit enerzijds en een lijst van potentiële lokale vergunningsplichten anderzijds.

Wat de tijdelijke handelingen betreft zal de operatie minstens deels een verstrenging inluiden. Tijdelijk vrijgestelde handelingen zoals we die nu kennen onder hoofdstuk 7 Vrijstellingsbesluit zullen volgens dit voornemen meldingsplichtig worden. Er zal in de toekomst dus een beperkte beoordelingsbevoegdheid mogelijk zijn waar die vandaag soms schrijnend ontbreekt.

Tegelijkertijd lijken de toekomstplannen ook een versoepeling aan te kondigen. Ook tijdelijke handelingen met een grote omvang of impact zullen mogelijks een beperktere beoordeling kunnen ondergaan in de meldingsprocedure.

Ook wat lokale vergunningsplichten betreft kunnen we minstens een (welgekomen) verstrenging opmerken. In tegenstelling tot vandaag komen immers ook niet-vergunningsplichtige handelingen in aanmerking voor lokale vergunningsplicht. Dat biedt misschien een oplossing voor enkele frustrerende problemen die vandaag aan controle van overheden ontsnappen (verpaarding, vertuining, verf- en andere werken op niet beschermde gevels,…). Voorts blijven de verwachtingen hooggespannen voor de lijst van de Vlaamse Regering.

Meest opvallend blijft wellicht de nieuwe juridische fictie dat iedere meldingsplichtige (en dus tijdelijke) handeling geacht wordt niet af te wijken van de verkavelingsvoorschriften en stedenbouwkundige voorschriften. De verklaring ervoor is duidelijk. Strijdigheid met deze voorschriften maken de meldingsplichtige handelingen wellicht alsnog vergunningsplichtig (althans op basis van de huidige voorbehouden in het Vrijstellings- en Meldingsbesluit).

Maar de ingreep laat tegelijk wel erg de teugels vieren. Waar voorheen enkel uitzonderlijke handelingen met een maatschappelijk belang (zonnepanelen, isolatie en zorgwonen) dit privilege genoten, zal nu in principe iedere tijdelijke handeling in strijd met (lokale) voorschriften kunnen plaatsvinden. Een vernieuwing waarvan de decreetgever kennelijk geen achteruitgang van het leefmilieu verwacht … (Mvt. Verzameldecreet 2024, Parl.St. Vl. Parl., 2023-24, nr. 2182/1, 53).

Wist je dat?

Je vindt het Vrijstellingsbesluit volledig toegelicht in de databank van Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.