Het instellen van beroep tegen een vergunningsbeslissing is voorbehouden voor een limitatief aantal actoren opgesomd in de regelgeving. Bij het doorlopen van een beroepsprocedure dienen zij een actueel belang aan te tonen. Wat dat “actueel belang” inhoudt is nergens in de wetgeving expliciet omschreven. De invulling hiervan zal moeten blijken uit de rechtspraak van de Raad. Wat betreft een beroep tegen een onontvankelijkheidsverklaring is de Raad resoluut in haar visie: definitieve vergunning? geen belang bij beroep tegen de verklaring. In lijn met de korte bespreking in de “Rechtspraak op vrijdag” van 13 september 2024 kan je hierover meer lezen in de volgende opinie.

Actueel belang

Het instellen van een beroep tegen beslissingen genomen in laatste administratieve aanleg is voorbehouden aan “belanghebbenden” (artikel 105, §2 OVD cfr. artikel 56 Procedurebesluit). Wie die belanghebbenden kunnen zijn is terug te vinden in de regelgeving, maar de begripsomschrijving van “het belang” ontbreekt.

De Raad heeft in rechtspraak de principes omtrent het belang van een verzoeker doorheen de jaren verduidelijkt.

Een beroepsindiener moet bij het bestrijden van de beslissing aannemelijk maken dat de vernietiging van de bestreden beslissing haar een concreet voordeel oplevert. Dat belang moet vaststaan bij het indienen van het beroep én op het ogenblik van de uitspraak. Dat wil zeggen dat het belang gedurende de volledige beroepsprocedure “voortdurend, ononderbroken en actueel” moet zijn. (RvVb 23 mei 2024, nr. A-2324-0758).

Wanneer de feitelijke of juridische omstandigheden tijdens de procedure veranderen, kan dat ook een invloed hebben op het belang van een verzoekende partij (RvVb 23 mei 2024, nr. A-2324-0750). Minstens moet de belanghebbende aannemelijk maken dat de vernietiging van de beslissing haar een concreet voordeel kan opleveren. Zij moet aantonen dat de herstelbeslissing die de overheid zal nemen in overeenstemming met de vernietigingsmotieven een voor haar voordelige beslissing kan zijn (RvVb 22 februari 2024, nr. A-2324-0472).

Onontvankelijkheidsverklaringen en definitieve omgevingsvergunningen

Een definitieve vergunning waarvan de gevolgen onomkeerbaar zijn heeft verval van belang tot gevolg (RvVb 16 mei 2024, nr. A-2324-0716).

Dit principe heeft ook gevolgen voor het aanvechten van een onontvankelijkheidsverklaring. Zo stelt de Raad dat een beroepsindiener niet enkel jurisdictioneel beroep moet indienen tegen de onontvankelijkheidsverklaring, maar ook tegen de uiteindelijke vergunningsbeslissing. Wanneer de vergunning definitief is blijkt ook het aanvechten van een onontvankelijkheidsverklaring van een beroep tegen de vergunning nutteloos.

Recente rechtspraak…

Zo ook in een recent arrest van 22 augustus 2024, nr. A-2324-1002, dat we eerder  al bespraken onze “Rechtspraak op vrijdag” van 13 september 2024. Daarin oordeelde de Raad over het actuele karakter van het belang bij een definitieve vergunning.
In dat dossier stelden 2 belanghebbenden een administratief beroep in tegen een omgevingsvergunning tot het verkavelen van gronden. Het beroep van de verzoekende partij resulteerde in de bestreden beslissing tot onontvankelijkheid. Het andere beroep resulteerde in een omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Tegen de vergunningsbeslissing stelde de andere omwonende een beroep in bij de Raad dat nog steeds loopt. De verzoekende partij beperkte zich tot de onontvankelijkheidsbeslissing.

De Raad stelt dat de aanvrager geen actueel belang heeft bij het bestrijden van de onontvankelijkheidsverklaring. De Raad oordeelt echter dat bij gebrek aan bestrijding van de uiteindelijke vergunningsbeslissing de vergunning definitief tot stand komt in hoofde van de verzoekende partij. Het belang voor de beroepsindiener tegen de onontvankelijkheidsverklaring is dus niet langer actueel.

Dat voor de andere omwonende een beroepsprocedure tegen de vergunningsbeslissing loopt doet geen afbreuk aan het gebrek aan belang in deze zaak. Daarnaast is het ook irrelevant dat de belanghebbende een vernietigingsberoep indiende bij de Raad van State tegen de gemeenteraadsbeslissing in dit dossier. Geen van beiden kan een actueel belang in hoofde van de beroepsindiener verantwoorden.

…met eerdere voorbeelden

De bovenstaande uitspraak blijkt geen primeur.

Eerder en in een tevens vrij recent arrest van 22 februari 2024, nr. A-2324-0472 beoordeelde de Raad een gelijkaardige zaak. Het verschil met voorgaande feiten was dat het beroep in laatste aanleg van de andere beroepsindiener al resulteerde in een definitieve vergunning. Ook hier stelde de verzoeker beroep in tegen de onontvankelijkheidsverklaring maar niet tegen de definitieve vergunning. De Raad oordeelde dat de verzoeker in kennis was van de beslissing (bekendmakingsprocedure) en naliet deze aan te vechten.

Ook in de arresten van 21 september 2023, nrs. A-2324-0028 en A-2324-0029, oordeelde de Raad zoals in voormelde arresten. Daarnaast suggereerde de Raad wel dat de situatie anders zou zijn als de verzoekende partij was tussengekomen als belanghebbende derde in de procedure door de andere beroepsindiener.

Een gewaarschuwd procespartij…

Alleszins lijkt de Raad een duidelijk standpunt in te nemen wanneer het gaat over beroepen tegen onontvankelijkheidsverklaringen. Naast de onontvankelijkheidsverklaring moet de verzoeker ook de vergunningsbeslissing zelf aanvechten. Dat kan desgevallend ook door een tussenkomst in een hangende jurisdictionele procedure tegen de vergunningsbeslissing.

Vanaf het moment dat de vergunning echter definitief is in hoofde van de verzoeker vervalt zijn belang bij een vernietiging van de onontvankelijkheidsverklaring.

Het aanvechten van de vergunningsbeslissing zelf bij een onontvankelijkheidsverklaring zal verder besproken worden in een latere annotatie. Deze zal de komende weken verschijnen op onze website.

 

Meer info

Meer weten?

Vraag eenvoudig een proefabonnement op de databank Schulinck Omgevingsrecht aan. Krijg toegang tot een compleet pakket aan wetten en jurisprudentie op het gebied van Omgevingsrecht. Raadpleeg ook eenvoudig de juridische helpdesk. Binnen 2 werkdagen krijgt u een antwoord op uw vraag.