Het Gemeentewegendecreet gaat uit van één juridisch statuut voor alle wegen waarvan de gemeente de beheerder is, onafhankelijk van de gebruiker (autobestuurder versus trage weggebruiker) of de origine van de weg (buurtweg uit 1841, verkaveling, Rooilijnendecreet, enzovoort). Bijgevolg is het aparte statuut voor buurtwegen verdwenen sedert het Gemeentewegendecreet (Parlementaire Stukken, 2018-2019, nr. 1847/1, 3 en 5)
Een gemeenteweg is een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond (artikel 2, 6° Gemeentewegendecreet).
Hoewel er geen wettelijke definitie van het begrip “openbare weg” bestaat, hanteert de rechtspraak die wordt aangehaald in de voorbereidende werkzaamheden (MvT, Parl.St. Vl Parl., 2018-2019, nr. 1847/1, 4) de volgende definities:
- De openbare weg is de weg die in het algemeen belang van de inwoners gebruikt wordt (Cass. 10 februari 1958);
- De openbare weg is de weg die voor het openbaar gebruik door alle burgers, inwoners of niet van de gemeente, bestemd is en juist door die bestemming het karakter van openbare weg krijgt (Cass. 10 april 1969);
- Onder openbaar gebruik moet worden begrepen: wegen die voor het publiek verkeer openstaan, terwijl dit niet noodzakelijk betekent dat die wegen daarom ingericht worden voor het voertuigenverkeer in het algemeen (Cass. 20 december 1995, P.95.0770.F).
Volgende omschrijving van het begrip “openbare weg” wordt gegeven door de in de voorbereidende werkzaamheden geciteerde gezaghebbende rechtsleer (MvT, Parl.St. Vl Parl., 2018-2019, nr. 1847/1, 4), met name een openbare weg is:
- ofwel een weg die door de overheid als openbare weg bestemd is;
- ofwel een publieke doorgang, ontstaan door verjaring.
Niet het eigendomsstatuut van de wegzate of -bedding, maar wel de bestemming die eraan gegeven wordt, bepaalt het openbaar karakter van een weg. Die bestemming wordt gegeven door een overheidsbeslissing, een uitdrukkelijke beslissing van een particulier (bijvoorbeeld een gratis grondafstand) of door het feitelijk dulden van de eigenaar.
Een openbare weg kan dus publieke eigendom of privé-eigendom zijn. Het feit dat niet-bewoners een weg gebruiken heeft niet automatisch tot gevolg dat een private weg een openbaar karakter verkrijgt. Een weg die enkel dient voor het bestemmingsverkeer van de bewoners (vb postbode…), is een private weg (MvT, Parl.St. Vl Parl., 2018-2019, nr. 1847/1, 15).
Met het voorgaande moet ook rekening worden gehouden bij bouwpromotieprojecten waarbij doorgangen voor de trage weggebruiker (fietsers, voetgangers) dienen te worden voorzien. Bijgevolg dient bij dergelijke bouwprojecten een beslissing van de gemeenteraad voorhanden te zijn (artikel 31 OVD). Trage wegen vormen namelijk een categorie in het geheel van gemeentewegen en zijn “hoofdzakelijk bestemd voor niet-gemotoriseerd verkeer”.
In dit verband kan een recent arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen worden aangehaald ter illustratie, hoewel volledigheidshalve dient meegegeven te worden dat de betwiste vergunningsaanvraag van voor de inwerkingtreding van het nieuwe Gemeentewegendecreet dateerde (RvVb 25 maart 2021, nr. A/2021/0780). De aanvraag betrof een groepswoningbouwproject met een doorwaadbaar binnengebied, hetgeen dus een openbaar gebruik zou kennen. Bijgevolg was er dus sprake van een ‘openbaar’ karakter van de tot stand te brengen wegenis. De aanleg van dergelijke openbare weg vereist nu eenmaal een gemeenteraadsbeslissing alvorens een omgevingsvergunning kan worden verleend.
De gemeenteraad bevoegd voor de zaak der wegen is te onderscheiden van het College van Burgemeester en Schepenen dat instaat voor de verlening van omgevingsvergunningen.
Conclusie: De moraal van het verhaal is dat gemeenten bij vergunningsaanvragen m.b.t. bouwprojecten met trage doorsteken voor voetgangers en fietsers niet uit het oog mogen verliezen dat een beslissing van de gemeenteraad is vereist vanwege het openbaar karakter van dergelijke wegen.
Vergunningsaanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kunnen slechts worden verleend na goedkeuring van de gemeenteweg door de gemeenteraad. Bij gebrek aan goedkeuring dient de omgevingsvergunning te worden geweigerd (art 32, § 6 OVD).
Voor meer informatie m.b.t. het Gemeentewegendecreet kan u terecht op het platform Schulinck van Wolters Kluwer