Op 7 juli 2023 trad de nieuwe regeling voor de vrijgave van woonuitbreidingsgebieden in werking. Voortaan is de ontwikkeling van woonreservegebieden pas mogelijk nadat de gemeenteraad het gebied vrijgeeft. De procedure rond het Vrijgavebesluit omvat een openbaar onderzoek en het opvragen van adviezen. Al blijken er in de praktijk nog vragen te zijn over de concrete uitvoering. In een antwoord op een schriftelijke vraag verduidelijkt de minister van Omgeving deze nieuwe procedure.
Omzendbrief
Zo legt de minister uit dat de omzendbrief RO 2002/03 voor het opmaken van een gemeentelijke woonbehoeftestudie niet langer geldt. Dit volgde al uit de parlementaire voorbereiding (Parl. St. Vl. Parl., zittingsjaar 2021-2022, stuk 577/4, p. 11). Toch lijkt het de minister aangewezen deze omzendbrief te vervangen door een nieuwe. Een nieuwe omzendbrief kan namelijk meer duiding geven aan de nieuwe decretale regeling. Ook kan een omzendbrief het omgaan met de woonreservegebieden bij de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke beleidsplannen toelichten.
Beoordelingscriteria
Er rezen in het parlement ook vragen over de criteria die het departement Omgeving zal gebruiken bij de gevraagde overleggen en adviezen over de vrijgave. Die beoordelingscriteria volgen uit artikel 5.6.11 VCRO en zijn:
- het (ontwerp van) gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, het gemeentelijk of intergemeentelijk beleidsplan ruimte
- het (ontwerp van) het provinciaal beleidsplan ruimte en het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
- de doelstellingen uit artikel 1.1.4 VCRO
- de waterhuishouding, in het bijzonder de bescherming van het waterbergend vermogen
- het bindend sociaal objectief
Het departement besteedt daarnaast ook aandacht aan de wettigheidsvereisten en de watertoets.
Beleidsplan
Bovendien kan de gemeenteraad een woonreservegebied alleen vrijgeven als het overeenstemt met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, het gemeentelijk of intergemeentelijk ruimtelijk beleidsplan. Dit betekent dat een vrijgaveprocedure niet mogelijk is voor de opmaak van een gemeentelijke woonbehoeftenstudie. En ook niet voor het vernieuwen van de behoeftestudie opgenomen in het GRS. Dat onderzoek moet namelijk gebeuren op het niveau van het gemeentelijk ruimtelijk beleidsplan.
Of een schorsing van een gemeentelijk vrijgavebesluit zich wel of niet opdringt, hangt dus af of het gemeenteraadsbesluit:
- in aanvaring komt met gewestelijke beleidsopties
- in overeenstemming is met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan of ruimtelijk beleidsplan
- grondige werd afgewogen aan de toetsingscriteria en wettigheidsvereisten in artikel 5.6.11 VCRO