Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 april 2024 (nr. A-2324-0678). Daarin benadrukt de Raad het belang van de watertoets bij verkavelingen.

Watertoets

Met de watertoets onderzoekt de vergunningverlenende overheid de schadelijke effecten van een aanvraag op het watersysteem. Hierbij moet de overheid alle schadelijke effecten in de zin van artikel 1.1.3 §2, 18° DIWB, zoals het verlies aan (mogelijk) overstroombare ruimte en de infiltratie van hemelwater, zorgvuldig en afdoende onderzoeken en motiveren.

Verkavelingsaanvragen

In deze zaak stelt de vergunningverlenende overheid dat de verkaveling geen nadelige invloed heeft op het watersysteem. De concrete overeenstemming met de waterhuishouding moet daarbij volgens haar beoordeeld worden naar aanleiding van de latere stedenbouwkundige aanvragen.

De RvVb volgt dit standpunt van de vergunningverlenende overheid niet. Het Waterwetboek stelt uitdrukkelijk dat de watertoets ook geldt bij verkavelingsaanvragen (artikel 1.3.1.1 § 5 lid 1, 1° DIWB). Ook benadrukt de RvVb dat het verkavelingsplan en de voorschriften toelaten om een concrete inschatting van de bijkomende bebouwing en verharding te maken. Op basis hiervan kan de overheid ook de mogelijke schadelijke effecten op het watersysteem bepalen. Het is bovendien niet de eerste keer dat de RvVb in deze zin oordeelt (RvVb 7 april 2022, nr. A-2122-0634).

De bevoegde overheid kan de beoordeling van de watertoets bij een verkavelingsaanvraag dus niet (deels) doorschuiven naar het stedenbouwkundige luik.

Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over de watertoets vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.