Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor vergunningsbetwistingen van 27 juni 2024 (nr. A-2324-0862). Daarin oordeelt de Raad over een regularisatievergunning verleend na een bevel tot afbraak.

In deze zaak verleende de deputatie een regularisatievergunning na een rechterlijk bevel tot afbraak. De derde belanghebbende stelt dat de rechterlijke uitspraak het verlenen van een regularisatievergunning onmogelijk maakte.

Artikel 81 §2 OVD bepaalt dat een aanvraag tot regularisatie een afschrift bevat van volgende zaken wanneer men de aanvrager ervan op de hoogte heeft gesteld:

  • eventuele processen-verbaal
  • administratieve beslissingen
  • rechterlijke beslissingen over het project

Een regularisatie-aanvraag moet dus ook een definitief geworden rechterlijke veroordeling tot het herstel in de oorspronkelijke toestand vermelden.

De Raad oordeelt dat dit de afgifte van een regularisatievergunning dan ook niet per se in de weg staat. De vergunningverlenende overheid onderzoekt de aanvraag in haar eigen bevoegdheid. Ze kan deze vergunbaar achten en tot verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening besluiten. Dat schendt niet het gezag van gewijsde, aldus de Raad.

Kortom, de vergunningverlenende overheid kan een regularisatievergunning ook na een rechterlijk bevel tot afbraak verlenen.

Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over regularisatievergunningen vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.