Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het tussenarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) van 24 november 2022 (nr. A-2223-0270). In deze zaak stelt de Raad 2 prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof over de geïntegreerde procedure.


In deze zaak roept het college van burgemeester en schepenen (CBS) in een omgevingsvergunningsprocedure, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg van een gemeenteweg (artikel 31 OVD). De gemeenteraad keurt de aanleg van de gemeenteweg goed. Daaropvolgend verleent het CBS een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden met aanleg van deze gemeenteweg.

Tegen de omgevingsvergunning volgt evenwel een bestuurlijk beroep bij de deputatie, waarna ook een beroep volgt bij de Vlaamse Regering tegen de gemeenteraadsbeslissing (artikel 31/1 OVD). De Vlaamse Regering vernietigt de gemeenteraadsbeslissing waardoor de deputatie de omgevingsvergunning op haar beurt moet weigeren (artikel 66 §6 OVD). Deze weigeringsbeslissing is het voorwerp van de vordering tot vernietiging op basis van een schending van de artikelen 31/1 §1, 65 en 66 §6 OVD bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

De Raad stelt in zijn beoordeling een tegenstrijdigheid vast tussen artikel 66 §6 OVD en de parlementaire voorbereidingen van dat artikel. De memorie van toelichting zegt namelijk dat de gemeenteraad bij een vernietiging door de Vlaamse Regering een nieuw besluit kan nemen alvorens de beroepsinstantie beslist over de omgevingsvergunning (MvT, Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, nr. 1847/1, 45-47). Deze toelichting volgt evenwel niet uit artikel 66 §6 OVD zelf. Integendeel, het artikel zegt duidelijk dat de omgevingsvergunning in beroep wordt geweigerd bij een vernietiging van de gemeenteraadsbeslissing door de Vlaamse Regering. Er is dus geen herstel(gemeenteraads)beslissing meer mogelijk na vernietiging door de Vlaamse Regering.

Prejudiciële vragen

Omdat de lezing van artikel 66 §6 OVD de gemeenteraad in de weg staat om een nieuwe beslissing te nemen, vraagt de verzoekende partij de RvVb om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof.

Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechtscollege aan het Grondwettelijk Hof alvorens zelf verder uitspraak te doen over een zaak. Het Grondwettelijk Hof toetst vervolgens de wetsbepaling aan de Grondwet en de wetten waarvoor het bevoegd is.

Omdat de bestreden weigeringsbeslissing genomen is op grond van artikel 66 §6 OVD meent de Raad dat een antwoord op 2 prejudiciële vragen nodig is om een uitspraak in deze zaak te kunnen doen. Samengevat komen de prejudiciële vragen neer op het volgende:

  1. Schendt artikel 66 §6 OVD de artikelen 10 en 11 Grondwet door een ongelijkheid tussen burgers wanneer de gemeenteraad:
    • enerzijds een beslissing nam over de aanleg van een gemeenteweg: na vernietiging van de gemeenteraadbeslissing volgt een verplichte weigering van de omgevingsvergunning
    • anderzijds geen beslissing nam over de aanleg van een gemeenteweg (artikel 65 OVD): verplicht verzoek aan de gouverneur om de gemeenteraad samen te roepen om een beslissing te nemen
  2. Schendt artikel 66 §6 OVD de artikelen 10 en 11 Grondwet door een ongelijkheid tussen burgers bij:
    • enerzijds de toepassing van de geïntegreerde procedure: na vernietiging van de gemeenteraadbeslissing volgt een verplichte weigering van de omgevingsvergunning
    • anderzijds de toepassing van de autonome procedure in het Gemeentewegendecreet: na vernietiging kan de gemeenteraad een nieuwe beslissing nemen over het gemeentelijk rooilijnplan

De juristen van Schulinck Omgevingsrecht volgen deze zaak verder op.


Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over gemeentewegen en de geïntegreerde procedure vinden onze klanten in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan.