Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het tussenarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) van 12 januari 2023 (nr. A-2223-0428). In deze zaak stelt de Raad 2 prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof over de aanvang van beroepstermijn voor derden-belanghebbenden bij een registratiebeslissing

De laatste rechtspraak op vrijdag van 2022 sloten we af met prejudiciële vragen aan het Grondwettelijk Hof over het GWD. Ook 2023 beginnen we alvast met 2 prejudiciële vragen. Deze keer over de termijn voor het indienen van een vernietigingsberoep tegen een registratiebeslissing.

De beroepstermijn voor derde-belanghebbenden begint namelijk al te lopen de dag na de opname in het vergunningenregister (artikel 4.8.11 §2, 2° VCRO). Zo’n opname wordt nochtans (aan derden) niet bekendgemaakt.

Zowel de Raad als derde-belanghebbende stellen zich hier vragen bij. Zo rust op derde-belanghebbenden namelijk een strenge waakzaamheidsplicht. En dit zou vervolgens het recht op toegang tot de rechter beperken.

Registratiebeslissing versus omgevingsvergunning en weigeringsbeslissing

In schril contrast, begint de beroepstermijn tegen een omgevingsvergunning te lopen de dag na de aanplakking ervan (artikel 105 §3, 2° OVD). Derde-belanghebbenden zijn hierdoor zeker dat ze effectief kennis krijgen van de beslissing voor de beroepstermijn verstreken is. Hierdoor verschilt het aanvangspunt van beroepstermijn voor een registratiebeslissing en een omgevingsvergunning. Een registratiebeslissing moet namelijk niet aangeplakt worden.

Bij een weigering van de opname in het vergunningsregister is daarentegen geen beroepstermijn voor derde-belanghebbenden voorzien. De Raad benadrukt dat zij hierdoor de effectieve kennisname van de weigeringsbeslissing als aanvangspunt van de beroepstermijn neemt. Als gevolg geldt voor een derde-belanghebbende ook bij een registratiebeslissing en bij een weigeringsbeslissing een verschillende beroepstermijn.

Prejudiciële vragen 

Deze verschillen brengen de Raad ertoe 2 prejudiciële vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof.

Goed om te weten

Een prejudiciële vraag is een vraag van een rechtscollege aan het Grondwettelijk Hof alvorens zelf verder uitspraak te doen over een zaak. Het Grondwettelijk Hof toetst vervolgens de wetsbepaling aan de Grondwet en de wetten waarvoor het bevoegd is.

Samengevat vraagt de Raad aan het Grondwettelijk Hof of de bovengenoemde verschillen, en de nadelige(re) nadelige behandeling voor registratiebeslissingen, de toegang tot de rechter beperken.

De juristen van Schulinck Omgevingsrecht volgen deze zaak verder op.


Schulinck Omgevingsrecht

Meer informatie over gemeentewegen en de geïntegreerde procedure vinden onze klanten in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan.