Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 18 juli 2024 (nr. A-2324-0940). Daarin oordeelt de Raad dat een vergunningverlenende overheid het mogelijks ingedeeld karakter van een aanvraag moet beoordelen.
Deze aanvraag ging over de bouw van een loods van ongeveer 600 m2 onder meer bedoeld voor opslag van pesticiden en het stallen van werktuigen. De deputatie deed daarbij geen onderzoek naar het beoogde gebruik van de loods. Ze volgt blindelings de stelling van de aanvrager dat het gaat over een niet-ingedeelde inrichting of activiteit.
Zorgvuldig onderzoek naar ingedeeld karakter
De Raad oordeelde dat bij een loods van zulke oppervlakte toch een zorgvuldig onderzoek naar het beoogde gebruik moet gebeuren. Er bestaat namelijk onduidelijkheid of een landbouwbedrijf van die grootte kan functioneren met een beperkte opslag van pesticiden. Ook onderzocht de deputatie niet welke werktuigen de aanvrager in de loods zou willen stallen.
Een vergunningsaanvraag moet alle betrokken vergunnings- en meldingsplichtige aspecten bevatten (artikel 7 OVD). Ook vergunnings- en meldingsplichtige IIOA’s behoren daartoe. Het DABM maakt immers deel uit van de decreten opgesomd in artikel 5 OVD.
Dit alles doet de Raad oordelen dat de deputatie onzorgvuldig en onvoldoende onderzoek deed naar het beoogde gebruik van de landbouwloods. In het licht van de verscherpte motiveringsplicht bij het nemen van een herstelbeslissing had ze dit juist wel moeten doen.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over ingedeelde inrichtingen en activiteiten vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.