Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad Vergunningsbetwistingen van 22 juni 2023 (nr. A-2223-1017). In dit arrest oordeelt de Raad over de chronologie en de intentie tot verkoop voor woningbouw bij de verkavelingsplicht.
Deze zaak gaat over het vermeend splitsen van een grond zonder voorafgaande verkavelingsvergunning. Al was er op het moment van de splitsing geen intentie om het onbebouwde perceel te verkopen voor woningbouw. Dat in de verkoopakte van het bebouwde deel een recht van voorkeur over het onbebouwde deel staat, wijst volgens de Raad niet op de intentie tot verkoop.
Voordat de verkavelingsplicht geldt, is de chronologie tussen bouwen en verkopen beslissend. Daarnaast is ook de intentie van de eigenaar op het moment van verdeling doorslaggevend. Dit alles volgt uit de artikelen 4.2.15 § 1 en 4.1.1, 14° VCRO. De verkavelingsplicht geldt dus als de verdeling:
- volgt van een grond in 2 of meer kavels waarvan minstens 1 onbebouwd
- de vorm aanneemt van (een aanbieding voor) vrijwillige verkoop, verhuur voor meer dan 9 jaar of het toestaan van erfpacht- of opstalrecht
- gebeurt voor woningbouw of voor de oprichting constructies bestemd voor bewoning
Volgens de Raad moet de intentie om de onbebouwde kavel te verkopen voor woningbouw dan ook al aanwezig zijn op het moment van de verdeling.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over het verkavelen van gronden vinden onze klanten in het kennisdossier Omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag zeker een demo aan!