Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 28 maart 2024 (nr. A-2324-0582). Daarin benadrukt de Raad onder meer het belang van motivering bij de onvolledigheid van een rooilijnplan.
Meer- en minderwaarden bij een zaak der wegen
Een zaak der wegen kan leiden tot een waardevermeerdering of waardevermindering van de gronden (artikel 28 §1 lid 1 GWD). Het rooilijnplanmoet in dat geval de berekening van de eventuele meer- of minderwaarden opnemen (artikel 16 §3 1° GWD). Dit geldt ook voor het grafisch plan bij de opheffing van een gemeenteweg (artikel 20 §3, 1° GWD). Op die manier maakt de meer- of minderwaarde mee het voorwerp uit van het openbaar onderzoek.
Ontbreken waardevermeerdering of – vermindering
De Raad stelt vast dat er bij een zaak der wegen niet altijd sprake zal zijn van meer- of minwaarden. De berekening hiervan in het rooilijnplan is alleen nodig als er een waardevermeerdering of -vermindering plaatsvindt. Zonder de berekening is het rooilijnplan dan onvolledig.
Als de gemeente het rooilijnplan onvolledig verklaart om deze reden, moet zij wel motiveren waarom zij oordeelt dat er sowieso sprake is van een meer- of minderwaarde bij de zaak der wegen. Het onvolledig verklaren omdat het rooilijnplan geen berekening omvat, volstaat niet. Het staat namelijk niet altijd vast dat er meer- of minderwaarden zijn. In dat geval beantwoordt de gemeente dus niet aan haar motiveringsplicht volgens de Raad.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over meer- en minderwaarden vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.