Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 25 juli 2024 (nr. A-2324-0960). Daarin oordeelt de Raad dat het niet mogelijk is om een zorgwoning te plaatsen bij een collectieve verblijfsaccommodatie.
In dit arrest neemt de gemeente geen akte van de melding van de plaatsing van een zorgunit bij een collectieve verblijfsaccommodatie. De gemeente kwalificeert deze collectieve verblijfsaccommodatie als een bestaande zorgvoorziening. De belanghebbende stelt dat dit wel moet kunnen.
Artikel 4.1.1, 18° VCRO bepaalt dat voor de kwalificatie van ‘zorgwonen’ een aantal voorwaarden gelden. Het moet onder andere gaan om een vorm van wonen waarbij men in of bij een hoofdzakelijk vergunde woning een ondergeschikte wooneenheid creëert.
De Raad oordeelt dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen een ‘woning’ en een ‘zorgvoorziening’. Een definitie van het begrip woning volgt uit artikel 4.1.1, 16° VCRO, dat verwijst naar artikel 1.3 §1 lid 1, 66° VCW. Een definitie van het begrip zorgvoorziening volgt uit artikel artikel 1.3 §1 lid 1, 75° VCW. De belanghebbende toont niet aan waarom de collectieve verblijfsaccommodatie niet onder het begrip zorgvoorziening zou vallen. Doordat het dus niet gaat om een woning, kan deze situatie volgens de Raad niet onder het begrip zorgwonen vallen.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over zorgwonen vind je in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag dan zeker een demo aan.