Elke week lichten de juridische experten van Schulinck Omgevingsrecht een interessant arrest binnen het Vlaamse omgevingsrecht toe. Deze week is dat een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen van 6 april 2023 (nr. A-2223-0756). De Raad licht hierin de interpretatie van het begrip bruto grondoppervlakte toe.
De vergunningverlenende overheid moet beslissen of ze een aanvraag via de vereenvoudigde procedure kan behandelen. Daarvoor moet ze in bepaalde gevallen kijken naar de bruto grondoppervlakte (artikel 13 OVB). Sommige projecten met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 m2 kan ze niet via deze procedure behandelen.
De wetgeving bevat geen definitie van bruto grondoppervlakte. De Raad interpreteert dit in de spraakgebruikelijke betekenis als de totale grondoppervlakte van alle aangevraagde stedenbouwkundige handelingen. Deze dienen voor het oprichten van gebouwen en constructies. Ook verhardingen die de aanvrager in functie van het project aanvraagt, vallen onder dit begrip.
Volgens de deputatie moest de belanghebbende een onderscheid maken tussen bestaande en nieuwe verhardingen. Ook zijn er strikt noodzakelijke toegangen en opritten naar het gebouw die vallen onder een vrijstelling van vergunning (artikel 2.1, 9° Vrijstellingsbesluit).
De Raad oordeelt hier dat ook vrijgestelde handelingen die integraal deel vormen van het project moeten worden meegerekend. Dit omdat de vereenvoudigde procedure een uitzondering op de regel is. Daarom moet je het begrip bruto grondoppervlakte restrictief interpreteren.
Schulinck Omgevingsrecht
Meer informatie over de gewone en de vereenvoudigde procedure vinden onze klanten in Schulinck Omgevingsrecht. Nog geen abonnement? Vraag zeker een demo aan!