De Raad van State schorst opnieuw de uitvoering van een besluit van een college van burgemeester en schepenen voor het organiseren van een pop-up bar in agrarisch gebied. (RvS 12 augustus 2022, nr. 254.324)
Geen omgevingsvergunning…
Het bestreden besluit, geen omgevingsvergunning, geeft toelating voor het organiseren van dezelfde pop-up bar als in het arrest van 27 juli 2022. (RvS 27 juli 2022, nr. 254.297)
Zie hierover het nieuwsbericht in Schulinck Omgevingsrecht: “Raad van State schorst pop-up bar: Toetsing aan bestemmingsvoorschriften niet alleen bij omgevingsvergunning”.
Om tegemoet te komen aan het arrest van 27 juli 2022, hief de gemeente de (eerste) toelating voor het organiseren van de pop-up bar op. Op 3 augustus 2022 besloot de gemeente evenwel ook voor een nieuwe toelating. Het is dat nieuw besluit dat de Raad van State heden (ook) schorst (RvS 12 augustus 2022, nr. 254.324).
…wel toetsing aan de afwijkingsmogelijkheden in de VCRO
De motivering van de Raad van State is dezelfde als deze in het arrest van 27 juli 2022. (RvS 27 juli 2022, nr. 254.297). Een individuele overheidsbeslissing moet volgens de Raad namelijk in overeenstemming zijn met de bestaande regelgeving, zoals de bestemmingsvoorschriften. Hieruit volgt dat niet alleen in omgevingsvergunningen, maar ook in andere individuele overheidsbeslissingen van de bestemmingsvoorschriften kan worden afgeweken. Om te kunnen afwijken van de bestemmingsvoorschriften moet de individuele overheidsbeslissing (ook die beslissingen die geen omgevingsvergunning zijn), voldoen aan de voorwaarden van de afwijkingsmogelijkheden in de VCRO.
In het arrest oordeelt de Raad van State dat de pop-up bar niet voldoet aan de voorwaarden van de afwijkingsmogelijkheid in artikel 4.4.4 §1 VCRO voor het sociaal-culturele of recreatieve medegebruik.
Menig jurist in het omgevingsrecht leest deze arresten evenwel met een kritische blik. Zo gaat de Raad onder meer snel voorbij aan de vrijgestelde handeling in artikel 7.2 Vrijstellingsbesluit en artikel 4.4.1 §3 lid 1 VCRO, dat bepaalt dat vrijgestelde handelingen niet strijdig zijn met de voorschriften van het gewestplan.
Zie hierover de Vraag de van week: Zijn stedenbouwkundige handelingen voor het organiseren van een festival of fuif vergunbaar in agrarisch gebied?
Ook Schulinck Omgevingsrecht is benieuwd naar het verdere vervolg…