Op 12 november 2024 beantwoordde minister van omgeving Jo Brouns een vraag over de tijdelijkheid van zorgwoningen. Vandaag de dag bestaat de mogelijkheid om een zorgwoning te creëren in een tijdelijke verplaatsbare constructie. Om in te spelen aan zorgnoden kan deze aanvraag met een eenvoudige meldingsprocedure. De plaatsing van een tijdelijke zorgwoning kan voor een termijn voor 3 jaar. Die termijn is één keer te verlengen met 3 jaar.

Vanuit de praktijk zijn er toch bezorgdheden over deze termijn van maximaal 6 jaar. Het vormt een hindernis voor de investering in een zorgunit. En daarnaast zorgt het voor onzekerheid bij de zorgbehoevenden over de tijdelijkheid van hun verblijf. In sommige gevallen bestaat de zorgsituatie na deze termijn van 6 jaar nog. De vraag komt nu om te kijken naar een termijnverlenging op basis van de nodige bewijsstukken.

Zorgwonen

Bij het zorgwonen gaat men in of bij een bestaande woning een bijkomende wooneenheid creëren (artikel 4.2.4 VCRO). Het doel van deze zorgwoning is de huisvesting van een oudere of zorgbehoevende persoon. Het kadert in de maatschappelijke behoefte aan zorg en langer wonen in huis. De mogelijkheid van zorgwonen kan binnen de bestaande woning, in een bijgebouw of in een tijdelijke verplaatsbare constructie.

Wanneer de zorgwoning voldoet aan de decretale voorwaarden kan de creatie via een melding. Ongeacht de vergunningsplichtige handelingen kan een zorgwoning via de meldingsprocedure.

Een uitgebreide toelichting over zorgwonen vindt u hier in de databank van Schulinck Omgevingsrecht.

Tijdelijke verplaatsbare constructie

Wat zorgwonen betreft is er geen tijdslimiet van rechtswege behalve voor de tijdelijke verplaatsbare constructies. Voor deze situatie geldt een tijdslimiet van 3 jaar eenmalige te verlengen met nog eens 3 jaar (artikel 4.2.4 lid 1, 3°, i) VCRO).

Verlenging? 

Voor een zorgwoning die langer dan zes jaar bestaat, is een omgevingsvergunning noodzakelijk. De vraag vanuit de praktijk is de mogelijkheid tot verlenging van deze termijn. Die verlenging zou de last van een omgevingsvergunning kunnen voorkomen.

De regelgeving is van toepassing op meldingsaanvragen vanaf 16 augustus 2021. Een eerste evaluatie vond plaats in 2023, maar zonder aanbevelingen rond de termijn. De minster stelt een aanpassing, actualisatie en bijsturing van die evaluatie aan te vragen. De minister verwijst naar het regeerakkoord en is hij duidelijk in zijn visie: “juridische en administratieve hindernissen werken we weg om ruimte te geven aan innovatieve modellen van zorgwonen”.

Controle? 

Een andere “bezorgdheid” vanuit de politiek blijkt misbruik. De zorgrelatie moet centraal blijven staan. Eenmaal de zorgbehoefte verdwijnt moet ook de tijdelijke verplaatsbare constructie verdwijnen. Het gebruik van de zorgwoning voor andere doeleinden zou de goede ruimtelijke ordening niet ten goede komen (bv. puberhuis of nagelstudio).

Vanuit de vraagstelling komt al een eerste middel als controle: bewijsstukken om te verlenging te rechtvaardigen. Vervolgens verwijst de minister van omgeving naar het belang van handhaving van de ruimtelijke ordening bij dit onderwerp. En ten slotte voorzien de contracten van woonunits in terugname om misbruiken te vermijden.