Op 28 april 2022 werd de wet tot wijziging van artikel 19 RvS-wet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze wetswijziging komt er na een arrest van het Grondwettelijk Hof van midden 2020. Het Hof oordeelde daarin dat de beroepsmogelijkheden (zoals een cassatieberoep) in de betekening van een jurisdictionele beslissing vermeld moet staan.
De nieuwe regeling zal in werking treden op 8 mei 2022.
De vermelding van beroepsmogelijkheden bij betekening van administratieve beslissingen
Met betrekking tot administratieve beslissingen, behoort het tot de openbaarheid van bestuur dat bij de betekening van zulke beslissingen de beroepsmogelijkheden bevat, alsook de formaliteiten en de termijn tot het instellen daarvan (artikel II.21 lid 1 Bestuursdecreet). Bevat de beslissing voormelde zaken niet, begint de (verval)termijn tot het instellen van dat beroep niet te lopen gedurende een periode van 4 maanden (artikel II.21 lid 2 Bestuursdecreet).
Als de Raad van State het bevoegde rechtscollege is, zat voormeld principe in ieder geval ook reeds verankerd in artikel 19, lid 2 RvS-wet.
Zo bevat een omgevingsvergunning klassiek op de laatste paar bladzijden een uittreksel van de geldende bepalingen uit het Omgevingsvergunningsdecreet tot het instellen van een administratief beroep.
Het Grondwettelijk Hof breidt uit tot betekening van jurisdictionele beslissingen
In een prejudicieel geschil moest het Grondwettelijk Hof zich buigen over (de grondwettigheid van) het gebrek aan gelijkaardige informatieplicht bij jurisdictionele beslissingen. De vraag was dus of de betekening van een uitspraak van een administratief rechtscollege ook de mogelijkheid tot het instellen van een cassatieberoep, alsook de termijn en formaliteiten daarvan moest bevatten.
Het Grondwettelijk Hof kwam -relatief snel- tot de vaststelling dat dit wel degelijk het geval was. De vermelding van de beroepsmogelijkheden bij de betekening van een jurisdictionele beslissing is immers een essentieel element van behoorlijke rechtsbedeling en de toegang tot een rechter (artikel 13 Grondwet).
Volgens het Hof zijn de verwachtingen met betrekking tot het recht op een eerlijk proces en het informeren van de rechtzoekende inzake de beslissing van een administratief rechtscollege even reëel en legitiem als bij een individuele administratieve akte, zoals hierboven geschetst (GwH 16 juli 2020, nr. 107/2020).
Het Hof sloot af met een vingerwijzing naar de wetgever om aan de vastgestelde ongrondwettigheid een einde te stellen.
De wetgever voert uit, zoals verzocht
Zo gezegd, zo gedaan.
De (federale) wetgever kondigde op 1 april 2022 de wet af tot wijziging van artikel 19 RvS-wet. De wet voorziet nu dat de cassatietermijn (van 30 dagen) pas begint te lopen als de betekening van de betrokken beslissing het bestaan van zulk beroep en de geldende vormvoorschriften en termijn vermeldt.
Op 28 april 2022 verscheen de wijzigingswet uiteindelijk in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De wet bevat geen inwerkingtredings- of overgangsbepalingen. De wijziging treedt dus in werking op 8 mei 2022. Vanaf dat ogenblik is ze (onmiddellijk) van toepassing op alle procedures.
Meer nieuws?
Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u als gemeente via de nieuwsbrief wekelijks een update van actuele informatie binnen het omgevingsrecht.
Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!