Niet-residentiële gebouwen moeten volgens artikel 9.31 Energiebesluit binnen de 5 jaar na het verlijden van de authentieke akte bij een notariële overdracht in volle eigendom, of het vestigen van een opstalrecht, of het vestigen van een erfpacht voldoen aan 4 energetische renovatiemaatregelen:
- dakisolatie;
- beglazing;
- centrale warmte-opwekkers voor ruimteverwarming;
- koelinstallaties.
Bijkomend moet een minimale energieprestatie behaald worden binnen de 5 jaar na het verlijden van de authentieke akte. De invulling van deze verplichting verschilt voor kleine en grote niet-residentiële gebouw(eenheden):
- Kleine niet-residentiële gebouwen en eenheden die in totaliteit worden overgedragen met een akte verleden vanaf 1 januari 2022 moeten ook een energieprestatielabel C halen.
- Grote niet-residentiële gebouwen en eenheden die in totaliteit worden overgedragen waarbij de akte wordt verleden vanaf 1 januari 2023, moeten ook voldoen aan een minimaal aandeel hernieuwbare energie van 5%.
Deze verplichtingen zijn van toepassing op authentieke akten die worden verleden vanaf 1 januari 2022.
In de Omzendbrief OMG/VEKA 2021/1 toepassingsgebied van de renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen geeft minister van Omgeving Zuhal Demir meer duiding bij:
- de principes van artikel 9.31 Energiebesluit
- het toepassingsgebied van artikel 9.31 Energiebesluit
- hoe opstalrecht en erfpacht te interpreteren
- hoe opslorping en fusie te interpreteren
Meer nieuws?
Met een abonnement op Schulinck Omgevingsrecht krijgt u als gemeente via de nieuwsbrief wekelijks een update van actuele informatie binnen het omgevingsrecht.
Ontdek het zelf via onze database. Nog geen abonnement? Vraag dan snel een demo aan!