In een recente parlementaire vraag werd aan de minister van Omgeving Zuhal Demir de vraag gesteld of een klasse 3 meldingsplichtige hondenschool geëxploiteerd kan worden in agrarisch gebied. De vraagsteller wijst daarbij naar artikel 4.1.1.1 lid 1 VLAREM II. Dat artikel bepaalt dat, behoudens afwijkende bepaling, de exploitatie van een in de klasse 3 ingedeelde inrichting slechts toegestaan is als de inplantingsplaats verenigbaar is met de algemene en aanvullende stedenbouwkundig voorschriften uit een gewestplan, RUP of ander plan van aanleg.

Ook voor klasse 2 vergunningsplichtige hondenscholen wordt gevraagd of deze (permanent) vergund en geëxploiteerd kunnen worden. Dit in het licht van de afwijkingsmogelijkheid voor sociaal-cultureel of recreatief medegebruik voorzien in artikel 4.4.4 § 1 VCRO.

Meldingsplichtige hondenscholen

De minister antwoordt dat uit artikel 4.1.1.1 lid 1 VLAREM II volgt dat klasse 3 ingedeelde hondenscholen slechts geëxploiteerd kunnen worden als de inplantingsplaats verenigbaar is met de algemene en aanvullende stedenbouwkundige voorschriften. Daarbij verduidelijkt ze dat een hondenschool principieel niet verenigbaar is met de bestemming agrarisch gebied. Wel wijst ze op de mogelijke stedenbouwkundige vergunbaarheid voor recreatief medegebruik mits voldaan is aan de voorwaarden (artikel 4.4.4 VCRO). In die omstandigheid is een exploitatie wel mogelijk, aldus Demir.

Vergunningsplichtige hondenscholen

Met betrekking tot een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting, zoals een klasse 2 ingedeelde hondenschool, licht ze verder toe dat deze ook als sociaal-culturele of recreatieve activiteiten vergund kunnen worden (artikel 4.4.4 § 1 VCRO) voor zover de hondenscholen slechts op occasionele basis vergund worden.

De minister leidt uit de parlementaire voorbereiding bij deze bepaling (Parl. St. Vl. Parl., 2004-2005, nr. 233/1, p. 11-12) en de rechtspraak (RvS 5 juli 2010, nr. 206.404) af dat de woorden ‘occasionele basis’ wel erg beperkt moeten worden geïnterpreteerd. Deze beperkte interpretatie komt volgens haar neer op activiteiten die slechts enkele dagen per jaar worden georganiseerd.

Zonevreemde functiewijziging?

Tot slot sluit Demir haar antwoord af door te wijzen op een algemene evaluatie van het Besluit Zonevreemde Functiewijzigingen in het kader van de conceptnota Bouwshift. Daarbij zal ze de toevoeging van hondenscholen in overweging nemen.