Het groenblauwpeil is een online instrument. om na te gaan hoe een bestaande woning en tuin of een nieuw ontwerp scoort op “blauwe” en “groene” aspecten. Blauwe aspecten zijn bijvoorbeeld opvang, gebruik en infiltratie van regenwater. Groene aspecten zijn biodiversiteit, CO2-opslag, luchtkwaliteit en verkoeling. Via informatie over het perceel berekent de tool een score van A tot F. Het geeft ook een aantal voorstellen om je groenblauwpeil te verbeteren.

Aandachtspunten Departement Omgeving

Het Departement Omgeving, VLARIO en Embuild Vlaanderen hebben ondertussen een groenblauwpeil 2.0 gelanceerd. De tool is uitgebreid en beoordeelt niet alleen woningen, maar ook andere gebouwtypes (zowel op openbaar als op privaat domein).

Het groenblauwpeil laat burgers en professionals toe om de juiste keuzes te maken. Dit voor een kwaliteitsvolle groenblauwe inrichting van publieke en private ruimte. Dit steunt de bouwshift, de klimaatbestendigheid van Vlaanderen en de biodiversiteit. Het staat dus centraal voor de uitvoering van de transitieprioriteit van de Vlaamse Regering: Omgeving voor de toekomst.

Wetgevingsinitiatieven

Wetgeving speelt volgens het Departement Omgeving een belangrijke rol bij het bereiken van een klimaatbestendig Vlaanderen. De nieuwe Hemelwaterverordening brengt dit bijvoorbeeld in de praktijk door:

Ook de vrijstelling in het Vrijstellingsbesluit over ontharding is uitgebreid met een groenblauw toekomstperspectief in het achterhoofd. Nu stelt de Vlaamse regering meer handelingen die de afbraak van constructies en verhardingen tot doel hebben vrij van vergunningsplicht (artikel 13.2 Vrijstellingsbesluit).

Lokaal beleid

Toch hoeven de lokale besturen niet te wachten op wetgevende initiatieven. Zij kunnen namelijk op verschillende manieren bijdragen aan de groenblauwe doelen van het Departement.

Een groot aantal steden en gemeenten hebben zich al aangesloten bij het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP). Dit is een engagement met 4 werven: vergroening, energie, mobiliteit en regenwater.

Het is ook mogelijk om strengere voorschriften op te leggen. Dit in stedenbouwkundige verordeningen op lokaal niveau (artikel 2.3.1 VCRO).

Een gemeente kan daarnaast ook werken met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen of BGO’s. Dit zijn bestuursdocumenten die de ruimtelijke (beleids)visies van een overheid weergeven (RvVb 6 oktober 2022, nr. A-2223-0116). Zo kan het bestuur bij haar (vergunnings)beslissingen consequent en gelijkwaardig optreden. Dit zonder dat de wet de overheid tot een bepaalde beslissing verplicht (RvVb 28 maart 2017, nr. A-1617-0728).

BGO’s zijn inhoudelijke visie-elementen die een vergunningverlenende overheid kan meenemen bij de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Gemeenten hebben dan de vrije keuze om bij de beoordeling van een specifieke vergunningsaanvraag al dan niet rekening te houden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. Dit is weliswaar geen verplichting (artikel 4.3.1 §2, 2° sub a) VCRO).