Nieuwe tijdelijke verordening
Hernieuwbare energie is bijna niet meer weg te denken uit onze maatschappij. De productie ervan gebeurt onder andere via zonnepanelen, windmolens en warmtepompen. Om dergelijke installaties op te richten is soms een omgevingsvergunning nodig. De Europese Commissie publiceerde eerder deze maand een nieuw voorstel voor een (tijdelijke) verordening van de Raad, over de vergunning van hernieuwbare-energieproductie (Voorstel voor een verordening van de Raad nr. 2022/0367 tot vaststelling van een kader om de uitrol van hernieuwbare energie te versnellen). Het doel van deze verordening is om de energiecrisis in te dijken. Dit kan volgens de Commissie door onder meer de vergunningverlening ingrijpend te versnellen.
Dit voorstel van de Europese Commissie kadert in een breder pakket aan maatregelen naar aanleiding van de energiecrisis. De rechtsbasis is artikel 122 VWEU. Dit artikel geeft de Europese Unie extra bevoegdheden om tijdelijke maatregelen te nemen in tijden van crisis. Ook deze verordening heeft dus een tijdelijk karakter.
Enkele belangrijke inhoudelijke punten met potentiële gevolgen voor het verlenen van een vergunning voor installaties voor het opwekken van hernieuwbare energie.
Overriding public interest
Ten eerste krijgen projecten voor hernieuwbare energie automatisch de status van “overriding public interest”. Deze automatische kwalificatie is van belang wanneer de gemeente regels uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn wilt toepassen. Dit geldt echter alleen voor vergunningsaanvragen van projecten tijdens de periode dat de verordening van kracht zal zijn. Ingediende vergunningsaanvragen vallen dus buiten het toepassingsgebied.
Zonnepanelen
Ten tweede stelt het voorstel dat een vergunningsprocedure voor zonnepanelen niet meer dan 1 maand in beslag mag nemen. Daarnaast voorziet het voorstel in een systeem voor kleinere installaties waarbij de vergunningverlening ook kan gebeuren bij stilzwijgen van de gemeente. Hierop gelden 2 uitzonderingen die niet onderworpen zijn aan de merplicht:
- de installatie van zonnepanelen op daken van gebouwen, parkeergarages, schuren, naast transportinfrastructuur of andere artificiële constructies
- kleine installaties met een capaciteit van minder dan 50 kW
Repowering bestaande energie-installaties
Ten derde stelt het voorstel dat de procedure voor het “repoweren” van bestaande energie-installaties niet langer dan 6 maanden in beslag mogen nemen. Bij een capaciteitsverhoging tot 15% moet de aansluiting op het transmissie- of distributienet bovendien afgerond zijn binnen 1 maand. Hierbij zijn weliswaar uitzonderingen wanneer:
- uit technische overwegingen niet mogelijk
- uit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk
Wanneer een dergelijke “repowering” onderhevig is aan project-m.e.r.-rapportage, moet deze zich beperken tot de mogelijke impact op de omgeving die voortvloeit uit de uitbreiding of wijziging van het project.
Warmtepompen
Ten slotte mag de vergunningsprocedure voor de installatie van warmtepompen maximaal 3 maanden duren. Voor de aansluiting van kleinere warmtepompen (12 kW, of maximaal 50 kW in geval het gaat om een particulier die de energie voor zichzelf gebruikt) op het transmissie- of distributienet volstaat slechts een eenvoudige kennisgeving. Hierop bestaat de uitzondering wanneer:
- uit technische overwegingen niet mogelijk
- uit veiligheidsoverwegingen niet mogelijk
Impact op Vlaamse wetgeving
De gevolgen van deze verordening voor onze Vlaamse wetgeving situeren zich vooral in de nieuwe termijnvereisten.
- In de gewone vergunningsprocedure bestaat er momenteel een beslissingstermijn van 105 dagen of 120 dagen wanneer een advies van de omgevingscommissie nodig is (artikel 32 §1 OVD). Wanneer de vergunningverlenende overheid niet tijdig beslist bestaat de veronderstelling dat deze de omgevingsvergunning weigert (artikel 32 §4 OVD).
- In de vereenvoudigde vergunningsprocedure bestaat er momenteel een beslissingstermijn van 60 dagen. Ook hier geldt de veronderstelling dat wanneer de vergunningverlenende overheid niet tijdig beslist, deze de omgevingsvergunning weigert (artikel 46 §2 OVD).
Verder verloop
De Raad van Ministers van de EU bespreekt het voorstel van de Commissie ondertussen verder. De lidstaten krijgen dan nog de kans om aanpassingen op te werpen. Na publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie is het echter wel de bedoeling dat de lidstaten hun nationale wetgeving onmiddellijk in overeenstemming brengen met deze verordening. De Vlaamse wetgeving zal dus, minstens wat betreft de beslissingstermijnen, moeten worden aangepast indien de EU deze verordening effectief aanneemt.