Op 17 mei 2024 keurde de Vlaamse Regering het Verzameldecreet Omgeving goed. Dit decreet wijzigt 22 wetten en treedt in principe op 20 juli 2024 in werking. Hier volgt een overzicht van alle wijzigingen die vanaf 20 juli 2024 inwerkingtreden.

  1. Planologische compensatieplicht bij ruimtelijke uitvoeringsplannen

Het Verzameldecreet vereist dat overheden bij planinitiatieven voor wonen, werken, recreatie en gemeenschapsvoorzieningen een compensatieplicht naleven. Ze moeten dan tegelijk slecht gelegen of overbodige bestemmingen neutraliseren.

Er zijn uitzonderingen op deze plicht, zoals het zone-eigen maken van zonevreemde constructies in hun bestaande omvang. Soms kan een recent of parallel lopend RUP de compensatie ook invullen. Deze compensatie kan ook samenlopen met de herbestemming van herbevestigd agrarisch gebied. Dan moet geen dubbele compensatie gebeuren.

De compensatieplicht geldt voor alle plannen met een startnota goedgekeurd na 20 juli 2024. Deze plicht verandert niets aan de bestaande regels voor planschade en planbaten.

  1. Aanpassingen m.b.t. de zonevreemde functiewijzigingen

Het Verzameldecreet maakt het mogelijk om al gerealiseerde functiewijzigingen zonder vergunning te regulariseren. Voorbeelden zijn:

  • industrieel pand naar karting in KMO-gebied
  • gebouw in industriegebied naar kantoorruimte
  • landbouwwoning naar residentiële woning

Voorwaarden:

  • nieuwe functie moet in de lijst toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen staan
  • aan alle geldende toepassingsvoorwaarden beantwoorden
  • beantwoorden aan goede ruimtelijke ordening (functionele inpasbaarheid nieuwe functie en invloed op bestaande omgeving en zone-eigen functioneren van het gebied)
  • nieuwe functie mag de normale bedrijfsvoering van vergunde of vergund geachte bedrijven in de omgeving niet in het gedrang brengen

Het Verzameldecreet voorziet daarvoor geen overgangsbepalingen. Deze bepalingen gelden dus voor lopende vergunningsaanvragen vanaf 20 juli 2024.

  1. Aanpassing van de afwerkingsregel

Op dit moment is het via artikel 4.4.3 VCRO mogelijk extra woningen te bouwen tegen een “wachtgevel” in gebieden waar woningbouw niet is toegestaan. Dit leidt tot:

  • Uitbreiding van lintbebouwing
  • Extra ruimtebeslag (bebouwing, verharding, vertuining)
  • Toename van zonevreemdheid
  • Conflicten met het behoud van open ruimte en de bouwshift

Het Verzameldecreet heft de afwerkingsregel op in gebieden waar woningbouw niet is toegestaan. De afwerkingsregel blijft alleen mogelijk in woonreservegebieden.

De nieuwe regeling geldt voor aanvragen ingediend na 20 juli 2024. Een overgangsperiode van 3 jaar geldt. Dat geeft eigenaars, die voor 20 juli 2024 grond hebben verworven, de tijd om de nodige vergunningen aan te vragen.

  1. Verduidelijking van de manier waarop het volume bij bouw of uitbreiding van de bedrijfswoning te berekenen

Artikel 4.3.6 VCRO staat toe om een bedrijfswoning te bouwen of uit te breiden met een volume van maximaal 1000 m³. Dit kan tot een volume van maximaal 1250 m³ als er meer dan 1 gezin van het bedrijf woont. “Volume” betekent daarbij het bouwvolume.

Dit zorgde voor onduidelijkheid over of de bouwvolumes (1000 m³ en 1250 m³). Het artikel bepaalde niet of deze volumes gelden voor alle bedrijfswoningen samen bij een bedrijf, of voor elke bedrijfswoning afzonderlijk. Er bestaat daarover ook geen eenduidige rechtspraak.

Het Verzameldecreet zorgt voor volgende maatregelen:

  • het maximale bouwvolume betekent nu expliciet het gezamenlijke bouwvolume voor alle bedrijfswoningen bij hetzelfde landbouwbedrijf
  • dit helpt de inname van open ruimte te beperken
  1. Motiveringsplicht bij een beroep op afwijkingsregimes in het vergunningenbeleid

De vergunningsaanvrager zal door het Verzameldecreet expliciet moeten motiveren waarom een afwijking van het ruimtelijk vergunningenbeleid nodig is in het aanvraagdossier. Dit geldt voor lopende aanvragen vanaf 20 juli 2024.

Dit heeft een aantal voordelen:

  • dossierbehandeling wordt oplossingsgericht
  • voordelen voor aanvragers, overheid en derden
  • overheid hoeft niet systematisch te onderzoeken of afwijkingsbepalingen gelden

Het Verzameldecreet bevat hiervoor geen overgangsbepalingen. Addendum B26 (motiveringsnota) past zich aan deze wijziging aan.

  1. Definitie van “publiciteitsinrichting” in de VCRO

Publiciteitsinrichting zal volgende definitie krijgen in de VCRO:

  • elk visueel middel en elke constructie
  • met inbegrip van alle onderdelen ervan en ongeacht het verplaatsbare of tijdelijke karakter ervan
  • met als doel publiciteitsboodschappen op een vaste plaats kenbaar te maken aan het publiek

De vergunningsplicht verandert hierdoor niet.

  1. Maximaal digitaal

De verdere uitbouw van het DSI-platform maakt een aantal zaken technisch mogelijk:

  • de kennisgeving van het vaststellingsbesluit van provinciale en gemeentelijke RUP’s aan het departement Omgeving
  • de kennisgeving van het vaststellingsbesluit van gemeentelijke RUP’s aan de deputatie

Zo moeten lokale overheden geen afdruk meer maken van het vastgestelde RUP. Het plannenregister, dat de gemeente dient op te maken, krijgt informatie vanuit dit DSI-platform. De gemeente kan vanuit dat platform haar plannenregister opmaken, actualiseren en er uittreksels uit afleveren. Het college van burgemeester en schepenen blijft verantwoordelijkheid voor de correctheid van het plannenregister.

  1. Andere aanpassingen

Zoals aangegeven wijzigt dit decreet 22 wetten/decreten. Een groot aantal wijzigingen betreffen technische aanpassingen. Een korte toelichting daarover kan je hier terugvinden.